Europees gelijkheidsstreven bedreigt de vrijheid

Dit artikel is ook verschenen in EW Podium als onderdeel van dit Pleidooi voor Vrijmoedigheid: een samenwerking tussen de Spinozagroep, Vrij Links en EW Podium.


Diversiteitsplannen kennen in Nederland een onstuimige geschiedenis. Eind 2020 ‘torpedeert‘ de Tweede Kamer het ‘Nationaal Actieplan diversiteit en inclusie in hoger onderwijs en wetenschap’ van onderwijsminister Van Engelshoven. Een brede coalitie krijgt moties aangenomen met de boodschap: ‘stop met de registratie van afkomst’ en maak geen ‘barometer’ voor diversiteit in het hoger onderwijs.’  Dennis Wiersma van de VVD spreekt van ‘betuttelracisme‘ en pleit ervoor mensen te beoordelen ‘op wat ze kunnen en niet op waar ze vandaan komen.’

In weerwil van deze bezwaren en moties zetten de minister, universiteiten en andere partners door met diverse (etnische) registratie-, scan-, monitor- en data-analyseprojecten. Begin 2021 leidt dit tot conflict over de zogeheten Barometer Culturele Diversiteit. Brede weerstand onder universiteitspersoneel en media-aandacht doen universiteiten ertoe besluiten hun deelname aan de Barometer (tijdelijk) op te schorten. Nu blijkt de Barometer slechts een klein onderdeel te zijn van een project genaamd ‘Equality Data’ dat zegt racisme te willen bestrijden door persoonsgegevens van alle Europese burgers in databanken te verzamelen.

Het topje van de ijsberg: de Barometer

Hoe zat het ook alweer? In maart 2021 besloten de Vrije Universiteit, de Universiteit Leiden, de Erasmus Universiteit, de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit Utrecht tot deelname aan de controversiële Barometer. Zodoende probeerden zij de persoonsgegevens van hun medewerkers over te dragen aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) ten behoeve van verwerking op basis van ras en etnische afkomst.

De Barometer was (en is) onderhevig aan allerlei ethische-, juridische- en aan privacy gerelateerde problemen. ‘Compliance’ met de AVG (dus het voldoen aan privacywet- en regelgeving) leek niet geborgd, schreef ik in april 2021 op EW Podium. Ook jurist en AVG-specialist Jef Ausloos van de UvA had zijn bedenkingen: ‘universiteiten begeven zich met dit onderzoek in grijs gebied.’ Daarbij was er kritiek op het door het CBS gehanteerde onderscheid tussen ‘westers’ en ‘niet-westers’. De Leidse hoogleraar Remco Breuker noemde het gebruik van deze termen ‘kolonialistisch’ – doorgaan met de Barometer zou dit alleen maar versterken.

Het CBS was nota bene op dat moment onderwerp van diepgravend onderzoek door het Agentschap Telecom en de Autoriteit Persoonsgegevens, in verband met mogelijk jarenlange, grootschalige privacyschendingen van miljoenen klanten als onderdeel van een samenwerking met T-Mobile. Eén van de problemen in deze casus is dat de gegevens gepseudonimiseerd en niet geanonimiseerd waren, en dus intern herleidbaar – net als mogelijk met de Barometer.

Dit onderzoek naar privacyschendingen loopt overigens nog steeds, net als het Barometer-project. Inmiddels hebben tal van organisaties de persoonsgegevens van hun medewerkers laten verwerken in de Barometer; van hogescholen tot gemeentes en van banken tot kinderdagverblijven. De Barometer is, zo blijkt, maar het topje van de ijsberg.

De ijsberg: Equality Data

De EU committeert zich steeds meer aan gelijkheid, discriminatiebestrijding en dataverzameling. Ursula von der Leyen zei in 2020 ‘niet te rusten bij het bouwen van een Unie van gelijkheid’. Het belang van betrouwbare en vergelijkbare data op Europees en nationaal niveau komt in tal van initiatieven van de Commissie naar voren, waaronder de ‘”Gender Equality Strategy’, de ‘LGBTIQ Equality Strategy,’ the ‘EU Roma Strategic Framework for equality, inclusion and participation’ en het ‘EU Anti-racism Action Plan.’


Sinds 2018 is hier een nieuw programma voor discriminatiebestrijding en dataverzameling bijgekomen: Equality Data. Want om de schaal en aard van discriminatie inzichtelijk te maken, is accurate en vergelijkbare data essentieel. Dit stelt beleidsmakers in staat om beleid te ontwerpen, en haar impact en effecten te monitoren en te evalueren. Volgens de recent aangestelde EU Anti-Racisme Coordinator (EU-ARC) is het verregaand verzamelen van Equality Data ‘een cruciaal instrument in de strijd tegen racisme, discriminatie en uitsluiting’. Het European Handbook on Equality Data geeft echter een bijzonder brede definitie van Equality Data, namelijk ‘any piece of information that is useful for the purpose of describing and analysing the state of equality,’ waaronder ‘data that are collected primarily for reasons other than equality-related purposes.

Uitbreiding van het begrip ‘racisme’

Deze insteek wordt des te problematischer als het gevolg van de gelijktijdige uitbreiding van de definitie van racisme. De Europese Commissie stuurt hier actief op aan. Zo schrijft de ‘European Commission against Racism and Intolerance’ bijvoorbeeld, dat ‘‘racisme’ moet worden begrepen in brede zin, inclusief zaken als xenofobie, antisemitisme en intolerantie.’  De EU-ARC kiest ook voor een bredere benadering door te focussen op ‘structureel (of instrumenteel, red.) racisme’. Door de definitie van racisme alsmaar ruimer te definiëren worden steeds meer uitspraken en gedragingen strafbaar. Ondertussen zijn allerlei instanties, zoals de ‘Working group on hate crime reporting, data collection and reporting’, bezig met het optuigen van meer meldpunten, het bevorderen van meldingsbereidheid, en als gevolg daarvan het vermeerderen van meldingen.

Willen we een Europese Unie waarin iedereen op z’n tenen loopt om maar niet te worden beschuldigd van racisme? Dit lijkt mij nou niet de Unie van Ursula von der Leyen waarin je mag zijn wie je bent ‘without fear of recrimination’.

De intersectionele databanken van de Europese Commissie

Deze gang van zaken kan deels verklaard worden doordat de EC een zogeheten ‘intersectionele benadering’ heeft omarmd in haar beleid, wet- en regelgeving. Intersectionaliteit kan een waardevol en nuttig analyse-instrument zijn om ‘verborgen’ vormen van racisme, discriminatie en uitsluiting zichtbaar te maken.

Als beleidsinstrument heeft deze benadering echter minder succes. De Amerikaanse psycholoog Jonathan Haidt onderzoekt intersectionele identititeitspolitiek in Amerikaanse instituten en samenleving. Hij merkt op dat deze (hyper)focus op groepsidentiteit meer polarisering tot gevolg heeft, of zelfs een vorm van tribalisme, langs etnische lijnen. Dit wordt ook opgemerkt door de Franse president Macron. Hij maakt zich al langer zorgen over ‘intersectionele logica’ die volgens hem ‘alles kapot maakt.’ Hij waarschuwt niet toevallig eveneens tegen een voortschrijdende racialisering van de samenleving. Dit proces lijkt nu ook op Europees grondgebied in gang gezet.

Niet ‘equality’ maar ‘equity’ staat aan de basis van de nieuwe Europese anti-racisme aanpak. Met andere woorden: onderscheid maken op afkomst moet leiden tot meer gelijkheid in uitkomsten. Dit betekent meer positieve discriminatie en meer quota’s. In de woorden van de EU-ARC: ‘The ultimate aim here is… really to ensure that the Commision is able to do its job better through having these different kinds of diversity in decision-making positions.’ Zo onthult het Equality Data-project zich als het Europese moederschip van de controversiële Barometer Culturele Diversiteit die de Tweede Kamer anderhalf jaar terug nota bene nog ‘torpedeerde’.

Equality Data en de Barometer

Desalniettemin zet de EC in op ‘comprehensiveness of equality data’, wat inhoudt dat ‘lidstaten de meetbaarheid van meervoudige en intersectionele discriminatie incorporeren in alle bestaande dataverzamelmethoden.’ ‘Geïnspireerd door Kimberlé Crenshaw’, stuurt de Commissie met het Equality Data-programma dus in alle EU-lidstaten aan op deze vorm van dataverzameling. Een recent rapport staat vol met voorbeelden uit België, Ierland, Italië, Kroatië, Luxemburg, Noorwegen en Nederland.

In dit rapport is terug te vinden dat in Nederland een pilot, met de Barometer Culturele Diversiteit bij acht organisaties, een positieve evaluatie heeft gehad van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Dit is onjuist. Sterker nog, op de website van het CBS staat letterlijk: ‘Het CBS heeft voor de Barometer geen contact gehad met de AP.’

Voorts benadrukt het rapport het belang van privacy van individuele werknemers door te melden dat het CBS de gegevens anonimiseert. Ook dit is onjuist: zoals eerder benoemd worden gegevens bij de Barometer – net als bij de samenwerking met T-Mobile – door het CBS gepseudonimiseerd, en blijven dus herleidbaar tot individuen. Dit Equality Data-project lijkt, net als de Barometer, bepaald niet te voldoen aan de privacywetgeving. Dit is een gemiste kans die draagvlak voor zo’n gevoelig onderwerp niet ten goede zal komen.

Surveillancestaat via het digitale Europese Identiteitsbewijs


Dit brengt ons bij dat andere controversiële mega-dataverzamelingsproject: het digitale Europese Identiteitsbewijs dat binnenkort lijkt te worden ingevoerd. De EU legt momenteel de laatste hand aan een ID-systeem op basis van blockchain – een techniek waarbij informatie permanent wordt opgeslagen. De Commissie ziet hierin een methode voor ‘eenduidige identificatie van een persoon om ervoor te zorgen dat de juiste dienst wordt verleend aan degene die daar daadwerkelijk recht op heeft’. Grote bedrijven lobbyen voor het ID-systeem en Nederland wil als eerste Europees land met een prototype aan de slag.

Experts en privacywaakhonden waarschuwen echter voor de consequenties. Volgens experts, in een publicatie van Follow the Money, kan de informatie op blockchain niet verwijderd worden. Hierdoor ontstaat ‘een permanent logboek van bewegingen, acties en transacties van alle burgers’. Hoogleraar Elizabeth Renieris zag de gevaren van blockchain al bij coronapassen en noemt dit ‘meer dan dystopisch’. Analyst Paul Oude Luttighuis noemt blockchain zelfs ‘het paard van Troje’. Volgens hoogleraar privacy en identiteit Bart Jacobs van de Radboud Universiteit zit achter de lobby voor digitale dataverzameling ‘een agenda van surveillance waartegen we ons moeten verzetten.’ Jacobs vreest dat politici nu de verkeerde keuzes maken en noemt dit ‘het einde van vrijheid zoals we die kennen’.

Twee enorme Europese dataverzamelprojecten

Dit Europees gelijkheidsstreven bedreigt de vrijheid van Europese burgers. Wat zich momenteel ontvouwt is de optuiging van twee enorme, parallelle dataverzamelingsprojecten op Europees grondgebied. Het ene project, Equality Data, tracht identiteitskenmerken (waaronder ras en etniciteit) van alle Europese burgers in databanken te vangen om hiermee steeds breder wordende definities van discriminatie en racisme te bestrijden. Obsessies van overheidswege omtrent de registratie van ras in centrale databanken heeft in Europa echter, historisch gezien, een niet al te beste track record. Dit roept vragen op over de noodzaak en daarmee de proportionaliteit van dit project – zeker in dit toch al gespannen en polariserende tijdgewricht.

Dan dat andere project, het digitale Europees identiteitsbewijs. Dit wordt door experts aangeduid als ‘het einde van vrijheid’ door de komst van een potentiële surveillancestaat die haar burgers zowel politiek als commercieel kan sturen. Sturen op gelijke uitkomsten, ook langs de etnische lijnen die in het Equality Data-project besloten ligt, wordt zo wel erg gemakkelijk. Duidelijk is dat de weg naar de hel is geplaveid met goede bedoelingen. Als de Nederlandse overheid en andere Europese lidstaten dit digitale Europese paspoort binnenkort invoeren, plaveien zij de weg voor de volgende bureaucraat die beide projecten met de allerbeste bedoelingen aan elkaar koppelt. In de woorden van Milton Friedman: ‘een samenleving die gelijkheid voor vrijheid stelt, krijgt geen van beide.’ Maar ‘een samenleving die vrijheid voor gelijkheid stelt, krijgt een hoge mate van beiden.’


Waardeert u deze bijdrage? Wilt u het mogelijk maken hier meer van te zien na de zomer?
Overweeg de Spinozagroep dan te steunen op Patreon of via een donatie op PayPal.

Geef een reactie